Ontdek Costa Rica op een bijzondere manier: wandel van de ene naar de andere oceaan met de ‘Camino’ van Costa Rica. De route van 280 kilometer voert je dwars door het onbekende binnenland, met tropische regenwouden, wolkenbossen en rurale gemeenschappen waar je overnacht bij lokale families. Gaat 280 kilometer wandelen je iets te ver? Dan kan je de route ook in etappes afleggen.
De nacht valt in Reserva Pacuare, een tropisch regenwoud aan de Atlantische kust van Costa Rica. Je hoort het gehuil van een brulaap, verstopt in de hoge bomen. Verder weg ruist de oceaan. Vuurvliegjes flakkeren op in het aardedonker. Dan begint het onstuimig hard te regenen. Je trekt je terug in je houten cabaña, en valt in slaap met de rustgevende geluiden van de jungle.
Het Pacuare natuurreservaat is het beginpunt (of het einde) van de Camino van Costa Rica, een wandelroute van 280 kilometer van de Atlantische naar de Stille Oceaan. De route, geïnspireerd door de beroemde Camino de Santiago, is het initiatief van een Costaricaanse non-profitorganisatie. Met de Camino de Costa Rica wil de organisatie een duurzamer vorm van toerisme promoten, die zowel de natuur als de lokale bevolking ten goede komt.
Zo zorgt de route voor werkgelegenheid in het bergachtige – bij toeristen grotendeels onbekende – binnenland van Costa Rica. Bijvoorbeeld in Pacuare, waar de Afro-Caribische bevolking traditioneel op de bananenplantages werkt. Maar dat (harde) werk betaalt slecht. Liever werken ze in het natuurreservaat, of koken ze voor de wandelaars.
Bekijk hier het weer en klimaat van Costa Rica
Hike door wolkenbossen
De volgende dag begin je aan de eerste etappe van de Camino van Costa Rica. Je volgt een grindweg door de haast oneindige bananenplantages met hier en daar een gehucht van pastelkleurige houten huizen op palen en veranda’s met schommelstoelen. Een kip steekt op haar dooie gemak de weg over, jongeren sputteren voorbij op knallende brommers, stofwolken achterlatend.
Dan begint de weg te slingeren en maakt de lome Caribische hitte plaats voor frissere berglucht. Hier begint het territorium van de Cabécar, een berggebied met dichte wolkenbossen waar de inheemse Cabécar wonen. Het is de lastigste etappe van de Camino van Costa Rica, een hike van 9-11 uur over modderige bergpaden. Maar het is ook een van de meest bijzondere ervaringen, want je eet en slaapt in de anders zo gesloten inheemse gemeenschappen.
Leer de inheemse Cabecar van dichtbij kennen
Je moet er wat voor overhebben om de Tsióbata-gemeenschap te bezoeken. Stalen zenuwen, bijvoorbeeld. Je staat voor een woest stromende rivier. Over het water zijn twee kabels gespannen. Eronder hangt een ijzeren karretje, bungelend in de wind. Het is de enige brug over de rivier, en de enige manier om het Cabécar-grondgebied binnen te komen.
En dus klim je in het karretje, samen met je inheemse gids. Even later glijden jullie over de rivier. Tot het karretje halverwege tot stilstand komt, hangend boven de rivier. En nu? Trekken, lacht je gids, en reikt je een touw aan. Samen hijsen jullie het gevaarte naar de overkant, waar jullie bezweet maar veilig aankomen.
De Cabécar zijn een gesloten volk. Lange tijd wantrouwden ze de ‘siqua’, de blanke mensen die hen sinds de koloniale tijd onderdrukten. De Camino de Costa Rica bracht daar verandering in. Nu doorkruisen de wandelaars hun grondgebied met gidsen uit hun gemeenschappen, en vertellen ze over hun cultuur in een traditionele achthoekige hut van hout met bladerdak.
Vulkanen, koffieplantages en de vriendelijke Costaricanen
Voor de volgende etappe keer je terug naar de bewoonde wereld, en vervolg je je weg door valleien omringd door vulkanen. Je loopt over onverharde wegen door suikerrietplantages en charmante dorpjes waar de deuren van de lage, kleurrijke huizen altijd openstaan. Je overnacht bij de boerenfamilies thuis, waar je, als je wil, ook kan meehelpen met de werkzaamheden van de familie op het land. Je leert, kortom, het rurale leven van de Costaricanen van dichtbij kennen.
Ook loop je door wolkenbossen waar je honderden vogelsoorten kan tegenkomen en proef je specialty koffies tussen de koffieplantages van Los Santos. Tot de route weer begint te dalen, en je, in de uitlopers van de laatste bergketen, in de verte de eerste glimp opvangt van het einddoel van de wandeling: de Stille Oceaan. De laatste dag neem je een welverdiende duik in de zee. Pura vida, aldus de Costaricanen.
Meer weten?
De meeste wandelaars leggen de Camino van Costa Rica in zo’n 15 dagen af. Heb je niet zoveel tijd (of zin), dan kan je er ook voor kiezen om een deel van de route met de auto af te leggen.