Zoek je een strandbestemming ver van de bewoonde wereld? Ga dan naar de Stille Oceaankust van Chocó in Colombia, waar je de ruige stranden nog helemaal voor jezelf hebt en de Afro-Colombiaanse bewoners liefdevol de meest fantastische gerechten voor je koken.
Je moet er wat voor over hebben om naar Coquí te reizen, in het Colombiaanse departement Chocó. Wegen bestaan niet in deze immense jungle in het noordoosten van Colombia, aan de Stille Oceaan. De enige manier om de kust te bereiken is met een klein propeller-vliegtuig vanuit Medellín of Bogota, en je weg te vervolgen met een boottocht over de onstuimige golven van de – niet zo stille – oceaan.
Maar aangekomen in Coquí, een Afro-Colombiaans vissersdorpje omzoomd door kokospalmen, mangroves en een oneindige jungle, ben je die ontberingen zo vergeten. Op het strand word je opgewacht door je gastvrouw Maria, een gezette Afro-Colombiaanse die je verwelkomt met een ferme omhelzing en de vraag: “Heb je honger? Ik wilde net gaan koken.”
Bekijk hier het weer en klimaat van Chocó in Colombia
Proef kokosrijst made from scratch in Chocó
Even later kijk je toe hoe Maria een kokosnoot velt op een werkbank in haar achtertuin, met een machete. Dan raspt ze de kokos boven een kom en giet er kokend water bij. “Dit is hoe je kokosmelk maakt,” verklaart ze. Ze knijpt de volgezogen kokos uit boven een pan, en zet die op het vuur. Wanneer het water is verdampt en de stukjes kokos beginnen te karamelliseren, gaat de rijst erbij. Ondertussen bakt Maria een visje vers uit de oceaan, en frituurt een paar plakken bakbanaan. Het water loopt je in de mond.
De keuken van de Pacific gaat terug tot de 17e eeuw, toen Afrikaanse slaven massaal van Cartagena naar de jungle van Chocó werden gestuurd om daar in de goudmijnen te werken. Eeuwen na de afschaffing van de slavernij is Chocó een vergeten uithoek van Colombia, zonder wegen en waar de enige elektriciteit van ronkende dieselaggregaten komt.
Maar die gebreken worden ruimschoots gecompenseerd door de rijkdom van Chocó’s natuur, met een overvloed aan vis en zeevruchten uit de oceaan, en al het lekkers dat de jungle en haar vruchtbare grond te bieden hebben. Het zijn de ingrediënten die de basis vormen van de Afro-Colombiaanse keuken van Chocó, met kruidige gerechten waarin één ingrediënt nooit ontbreekt: kokos. Geen wonder, want de noten vallen hier letterlijk zo van de bomen.
Het Afro-Colombiaanse dorpsleven
In Coquí koken de vrouwen (en een enkele man) zelfs zó lekker dat Colombia’s beste vrouwelijke chef Leonor Espinosa de vrouwen hielp met het oprichten van hun eigen gemeenschapsrestaurant aan het strand, La Zotea. Maar leuker is het om bij de vrouwen thuis te eten en te verblijven in de eenvoudige gastenverblijven boven hun huizen, en voor even deel uit te maken van het dorpsleven.
In Coquí staan de deuren altijd open en het gehele leven speelt zich in de openbaarheid af, met buren, honden en kippen die onaangekondigd bij elkaar binnenvallen. Dat leidt tot vele onverwachte ontmoetingen. Bewoners die je spontaan uitnodigen voor een koffie en een praatje in hun keuken, het spelen van ’tropical bingo’ met de dorpsoudjes in de namiddag onder de bomen, en proosten met viche, de zelfgestookte drank van suikerriet van de Pacific. Kortom: die ervaringen die je bijblijven en misschien ook de reden waarom je op reis gaat.
Toegegeven, echt rustig is het nooit in Coquí. Pas om tien uur is het dorp stil, het tijdstip wanneer de dieselaggregaten ophouden met ronken en zodoende ook het licht, de tv’s die altijd aanstaan en de speakers met reggaeton prompt uitvallen en het gehele dorp naar bed gaat.
Ecolodge aan de Stille Oceaan
Reserveer daarom ook nog een paar dagen in een van de ecolodges in het verderop gelegen Guachalito, een gehucht aan een van de mooiste stranden van dit deel van de Stille Oceaan. Hier verblijf je in eenvoudige cabañas aan het strand, met genoeg ruimte tussen de huisjes om het idee te hebben dat je de enige bent. Vanuit je hangmat voor je houten cabaña kijk je uit op een verlaten zandstrand met hier en daar een woeste rotspartij, omzoomd door dichte jungle.
De stranden zijn het mooist bij zonsondergang, wanneer de terugtrekkende golven het zand een olieachtige gloed geeft, en het oerwoud nog groener afsteekt tegen de grijsblauwe lucht. Je hoort er niets anders dan het geluid van de oceaan, de toekans en de brulapen die de nacht aankondigen in de verte. Er is soms weinig voor nodig om gelukkig te zijn.