Van eindeloze stranden met zandduinen en sterrenhemels als in de woestijn, tot uitgestrekte pampa’s en de gemoedelijkste hoofdstad van Latijns-Amerika: Uruguay is (gelukkig) nog steeds een goed bewaard geheim.
Het is zondagmiddag in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Stadsbewoners hangen ontspannen achterover in het gras, hun gezichten omhoog naar de laatste zonnestralen. Een groepje jongeren balanceert op een koord tussen de palmbomen. Iets verderop gaat de zon onder in de Plata-rivier, aanschouwd door innig verstrengelde stelletjes.
Dan klinkt een gerommel in de verte. Je Uruguayaanse reisgenoot springt op, net als andere aanwezigen in het park. “Dat zijn de llamadas. Kom, we gaan!”
Bekijk wat de beste maanden zijn om naar Uruguay op reis te gaan
Candombe, het wekelijkse volksfeest in Uruguay
Jullie lopen de stad in, een volksbuurt vol kleurrijke muurschilderingen, richting het geluid. De straten zijn uitgestorven. Dan doemt een vlag op, vastgehouden door een man die de helft zo klein lijkt. Een twintigtal dansende vrouwen volgt in zijn kielzog, begeleid door een groep mannen op tambores, houten trommels bespannen met koeienhuid.
Bij elke straat die ze inslaan, komen de stadsbewoners uit hun huizen en sluiten zich aan bij de optocht, alsof ze de rattenvanger van Hamelen volgen. Van jong tot stokoud en van arm tot welvarend, dat maakt voor even niet uit.
Dit is Uruguay, waar de bewoners van elk weekend een feestje maken. De llamadas, wat roepen betekent, gaan terug tot de tijd dat Afrikaanse slaven op zondagmiddag al trommelend door de straten trokken, om hun lotgenoten letterlijk op te trommelen om mee te dansen. Die traditie, candombe genoemd, is sindsdien uitgegroeid tot een symbool van de nationale identiteit van de Uruguayanen.
Eingenzinnig Montevideo
En zo zijn er nog veel meer redenen om de oversteek van Uruguay’s veel bekendere buurland Argentinië naar Montevideo te maken. Uruguay staat bekend als het eerste Latijns-Amerikaanse land dat zowel wiet als het homohuwelijk legaliseerde en is even eigenzinnig als pretentieloos als zijn bekendste inwoner, de oud-president José ‘El Pepe’ Mujica die zich graag presenteerde als ‘de armste president ter wereld.’
Hoofdstad Montevideo is al even eigenwijs, en net als de oud-president, een beetje gedateerd. Zoals Ciudad Vieja, ‘Oude Stad,’ het eeuwenoude stadscentrum aan de haven. Sinds de jaren zeventig raakte een groot deel van de Europese fin-de-siècle gebouwen in het stadscentrum in verval, en niemand die zich nog in het centrum wilde wagen.
Hoe anders is dat nu. De op instorten staande palazzi werden weer opgeknapt en de straten schoongeveegd. Nu is het er fijn struinen langs antiekwinkels en boekenhandels, cafeetjes en hippe boetiekjes. En in de historische markthal bij de haven huizen nu restaurants waar je gigantische lappen vlees eet, geroosterd boven een houtvuur.
De leukste markt van Zuid-Amerika
Ook onmisbaar in Montevideo is de Feria de Tristán Narvaja, de zondagsmarkt in het centrum. Voor de stadsbewoners is de wekelijkse gang naar deze markt bijna even heilig als de candombe. Gewapend met de nooit ontbrekende thermosfles en een kalebas met maté (een bittere kruidenthee die vooral in Argentinië en Uruguay gedronken wordt) trekken ze door de stratenblokken vol kraampjes en kleden met hoe verder je gaat, de meest eigenaardige koopwaren. Van oude grammofoonplaten tot verlopen medicijnen, hamsters en een vergeeld kunstgebit, verkocht door marktkoopmannen en -vrouwen die even antiek zijn als de spullen die ze verkopen.
Ruige stranden met hippiesfeer
Maar ook buiten de hoofdstad is genoeg te beleven. Op een paar uur rijden van Montevideo, in Punta del Este, begint de Atlantische kust van Uruguay, met een ruige kustlijn tot aan de grens met Brazilië.
De Uruguayaanse stranden zijn weinig bekend onder reizigers: in de zomermaanden zal je hier vooral de Uruguayanen zelf en Argentijnen vinden. Toch zijn de stranden een bezoek meer dan waard. De kust heeft wel wat weg van de Nederlandse wadden, met duinen en ruige stranden waar het fijn uitwaaien is.
Maar anders dan in Nederland heb je deze stranden buiten de Uruguayaanse vakantieperiode voor jezelf, op de kolonies zeeleeuwen na dan. Zoek de eenzaamheid op in het hippiedorp Cabo Polonio, een woest duinengebied waar geen elektriciteit of wifi is, en waar je verblijft in kleine houten huisjes, verspreid in de duinen. Slaap onder een sterrenhemel even uitbundig als die in een woestijn, met als enige verlichting kaarsen en kampvuurtjes en het licht van de sterren.
Gaucho’s op de pampa
Nog onbekender is het verlaten binnenland van Uruguay. Het kleinste land van Zuid-Amerika telt meer koeien dan inwoners, en hier vind je nog echte estancias met pampa en gaucho’s. Zoals in Treinta y Tres (‘Drieëndertig’), een dunbevolkt, heuvelachtig departement in het oosten van het land.
Verken de estancia te paard, eet een Uruguaanse asado en geef je over aan het ritme van het Uruguyaanse boerenleven. Haast bestaat hier niet, alleen ‘buena onda,’ zoals de Uruguayanen zeggen: ‘Good vibes.’